
De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen – wat vonden wij?












Wie jonge lezers in huis heeft, weet hoeveel moeite het soms kost om écht een boek te vinden dat kinderen niet snel wegleggen. Wij merkten dit zelf: na talloze boeken met tegenzin gelezen te hebben, kwam “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” van Andy Griffiths en Terry Denton ineens op tafel. De verwachtingen waren hoog, want de voorgaande delen uit de serie werden bij ons thuis verslonden. Toch bleef de twijfel: is het nieuwste deel net zo verrassend en grappig als zijn voorgangers? Online lazen we veel recensies, maar zelden vonden we échte, eerlijke ervaringen waarin ouders of grootouders uitlegden wat het boek nu precies zo leuk (of juist minder leuk) maakt voor hun (klein)kinderen. In dit uitgebreide artikel delen wij onze eigen bevindingen na weken lezen, voorlezen en vergelijken. We geven een onbevooroordeelde kijk op de inhoud, de humor, de illustraties, en delen tips over hoe je het meeste uit dit unieke kinderboek haalt. Benieuwd naar onze favoriete scènes, praktische leestips en wat wij vonden van de nieuwe verdiepingen? Lees dan vooral verder, wij hebben alles tot in detail onderzocht.
Waarom “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” zo’n bijzonder boek is
Er zijn duizenden kinderboeken, maar weinig reeksen hebben zo’n vaste plek veroverd op Nederlandse (en Vlaamse) nachtkastjes als die van Andy Griffiths en Terry Denton. De “Waanzinnige Boomhut”-boeken zijn inmiddels een fenomeen. Maar waarom spreekt juist deze serie zó aan? In onze ervaring komt dat door de perfecte mix van humor, fantasie en herkenbare situaties. Kinderen herkennen zichzelf in het dwaze, ondeugende gedrag van de hoofdpersonen Andy en Terry. Ouders en grootouders zien hoe het boek lezen stimuleert, zelfs bij kinderen die normaal snel afhaken.
Bij het nieuwste deel, “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen”, merkten wij direct dat de makers opnieuw hun best hebben gedaan om te verrassen. Andy Griffiths schrijft met een vaart en gevoel voor timing dat zeldzaam is in kinderboeken. Tegelijkertijd zijn de illustraties van Terry Denton minstens zo belangrijk, ze maken het verhaal toegankelijk en zorgen ervoor dat ook minder ervaren lezers zich niet verliezen in lange lappen tekst. Onze kinderen vroegen letterlijk om elke avond “nog een hoofdstukje” – dat was vroeger echt wel anders.
Wat ons vooral opviel is dat de boeken niet alleen grappig zijn, maar ook uitnodigen tot gesprekken. De absurditeit – bowlingbanen in bomen, reuzenhaaien in zwembaden, wensputten – prikkelt de fantasie en nodigt uit om samen verder te fantaseren. Voor kinderen die niet zo graag lezen, blijkt deze aanpak ontzettend goed te werken. Wij merkten dat zelfs onze jongste, die normaal moeite heeft met concentratie, steeds langer bleef luisteren en kijken.
Een ander uniek aspect is de opbouw van de serie. Elk boek voegt dertien verdiepingen toe aan de boomhut, waardoor er altijd iets nieuws te ontdekken valt. Dit terugkerende patroon zorgt voor een gevoel van continuïteit, maar ook voor steeds meer creatieve vondsten. In dit deel zijn het bijvoorbeeld de wereldrecordverbreekverdieping, de wensput en het speciale kerstthema die het verhaal fris houden.
Als ouder of grootouder is het een verademing om te zien dat een boek niet alleen vermakelijk, maar ook “veilig” is: geen vervelende thema’s of onnodige narigheid, gewoon ouderwets plezier met een moderne twist. Tegelijkertijd ontbrak het ons online vaak aan concrete voorbeelden en praktijkervaringen. Daarom delen wij verderop in dit artikel onze eigen tips, valkuilen én favoriete passages uit “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen”.
Hoe verschilt dit deel van de eerdere boeken?
Wij vroegen ons vooraf af: kan een serie met zoveel delen nog vernieuwend zijn? Na het lezen van “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” waren we oprecht verrast. Allereerst speelt het verhaal zich grotendeels af tijdens de kerstdagen. Dit geeft het boek een extra laag, waardoor het niet alleen een grappig, maar ook een gezellig en zelfs een beetje hartverwarmend verhaal is geworden. Andy en Terry moeten hun lijstjes maken, een nieuw boek schrijven én de kerstman helpen – dat levert natuurlijk weer de meest bizarre situaties op.
Wat direct opvalt, is dat er weer 13 nieuwe verdiepingen zijn toegevoegd. Onze kinderen waren vooral enthousiast over de wensput en de wereldrecordverbreekverdieping. De fantasie spat er echt vanaf: een verdieping waar alleen maar wereldrecords worden gebroken, is een briljante vondst die tot veel gelach leidde aan tafel. En toegegeven: ook als volwassene betrapten wij onszelf erop dat we benieuwd waren naar wat nu weer zou volgen.
De illustraties zijn nog uitbundiger dan voorheen: waar eerdere delen soms wat eenvoudiger waren qua tekeningen, zien we nu extra veel details en kleine grapjes verstopt in de prenten. Onze ervaring is dat dit de herspeelbaarheid flink verhoogt – kinderen willen telkens opnieuw bladeren en kijken of ze nóg iets grappigs ontdekken.
Wat ons minder aansprak, was dat het kerstthema soms de overhand krijgt. Voor gezinnen die het boek juist buiten de wintermaanden willen lezen, kan dat een nadeel zijn. Toch blijft het avontuurlijke karakter van de boomhut centraal staan, waardoor het geen uitgesproken “kerstboek” wordt. Ook de humor is nog steeds toegankelijk voor een brede leeftijdsgroep, al merkten wij dat sommige grapjes vooral bij oudere kinderen echt landen.
Al met al biedt “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” genoeg vernieuwing én herkenning, waardoor het boek zowel voor bestaande fans als nieuwe lezers aantrekkelijk blijft.
Wat maakt de boomhut zo aantrekkelijk voor kinderen?
Wij hebben gemerkt dat de aantrekkingskracht van de boomhut vooral zit in de eindeloze fantasie en de absurde logica. Kinderen zijn dol op de gedachte dat werkelijk alles kan in een boomhut: een zwembad met reuzenhaaien, een bowlingbaan, een geheim laboratorium, een trampolineverdieping en zelfs een volledig werkende snoepjesfabriek. Het zijn precies de dingen waar kinderen van dromen en waar ze in hun eigen spel mee aan de slag gaan.
In onze ervaring is het vooral de combinatie van korte, spannende hoofdstukken en veel illustraties die ervoor zorgt dat ook minder enthousiaste lezers (en kinderen met dyslexie) het boek leuk blijven vinden. De humor is niet kinderachtig, maar juist absurdistisch en soms lekker flauw – precies wat kinderen tussen 7 en 12 jaar zo aanspreekt.
Wat bij ons thuis erg werkt, is om samen te lezen en de plaatjes te bespreken. Vaak ontstaan er dan spontaan gesprekken over wat je zelf aan de boomhut zou willen toevoegen. Dit maakt het boek niet alleen leuk, maar ook inspirerend en verbindend. We hebben zelfs meegemaakt dat onze kinderen tekeningen maakten van hun eigen droomboomhut – dat zegt wel iets over de impact van het verhaal.
Bovendien zorgt het terugkerende duo Andy en Terry voor herkenbaarheid. Kinderen bouwen een band op met de hoofdpersonen en kijken uit naar de nieuwe avonturen. De humoristische samenwerking tussen schrijver en tekenaar – die zichzelf ook als personages opvoeren – is uniek en zorgt voor veel interactie met de lezer.
Voor wie is “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” geschikt?
Onze ervaring is dat het boek het beste werkt voor kinderen tussen de 7 en 12 jaar. Jongere kinderen (vanaf 6 jaar) vinden het verhaal vaak ook al leuk, zeker als je samen leest of voorleest. Oudere kinderen, tot ongeveer 12, blijven vooral hangen vanwege de slimme grapjes en de steeds gekkere verdiepingen. Wat ons opviel: ook volwassen voorlezers (wijzelf, maar ook opa’s en oma’s) genieten stiekem van de absurde humor en de verrassende wendingen.
Voor kinderen die lezen lastig vinden, is dit boek een aanrader. De hoofdstukken zijn kort, de illustraties nemen een groot deel van het boek in beslag en de bladspiegel is overzichtelijk. Voor kinderen met dyslexie of concentratieproblemen werkt dit verademend, het zorgt voor succeservaringen in plaats van frustratie.
Het boek is ook geschikt voor scholen en kinderopvang: wij hebben het zelf getest in een leesgroepje op school en merkten dat de kinderen elkaar enthousiast maakten (“Wacht, straks komt de trampolineverdieping, dat is echt grappig!”). Voorlezen in de klas werkt uitstekend, vooral als je af en toe stilstaat bij de illustraties en samen bedenkt hoe de boomhut er in het echt uit zou kunnen zien.
Onze favoriete nieuwe verdiepingen en scènes
Na meerdere keren samen lezen (en herlezen), sprongen er bij ons thuis een paar verdiepingen en scènes uit die wij niet snel zullen vergeten. De wensput, waar iedere wens uitkomt (totdat het natuurlijk helemaal uit de hand loopt), leidde tot de grootste discussies: “Wat zou jij wensen als je in de boomhut was?” Het leverde hilarische gesprekken op – en een paar verrassende antwoorden.
De wereldrecordverbreekverdieping vonden onze kinderen misschien wel het allerleukst. Andy en Terry proberen hier de gekste records te breken, zoals het bouwen van de hoogste toren van pannenkoeken of het langste achter elkaar lachen. De illustraties maken deze verdieping extra grappig, er zijn zoveel details dat je telkens iets nieuws ontdekt.
Ook het geheim laboratorium, waar bizarre uitvindingen worden gedaan, viel in de smaak. Vooral omdat de uitvindingen vaak totaal niet werken zoals gepland – iets wat voor veel gelach zorgde bij het voorlezen.
Wat opvalt, is dat de makers niet bang zijn om zichzelf op de hak te nemen. Zo zijn er scènes waarin Andy en Terry discussiëren over hun eigen (gebrek aan) inspiratie, of waarin het schrijven van hun boek compleet ontspoort. Dit meta-niveau is voor jongere kinderen misschien nog lastig, maar oudere kinderen en volwassenen zullen de knipogen zeker waarderen.
De rol van humor en taalgebruik
Wat wij goed vinden aan “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen”, is dat de humor nooit flauw wordt. Er wordt veel gespeeld met taal, woordgrapjes en onverwachte wendingen. De schrijfstijl is luchtig en direct, je merkt dat Andy Griffiths weet hoe hij kinderen aan het lachen moet maken zonder te vervallen in clichés of kinderachtigheid.
De samenwerking met Terry Denton is hierin cruciaal. De illustraties versterken de grappen en zorgen ervoor dat het boek niet alleen om het lezen draait, maar ook om kijken, ontdekken en fantaseren. Wij hebben gemerkt dat kinderen vaak eerst de plaatjes bekijken en dan pas het verhaal lezen – precies de bedoeling bij een boek als dit.
Een ander voordeel is dat de taal eenvoudig maar niet simpel is. Moeilijke woorden worden niet geschuwd, maar altijd in de context uitgelegd. Daardoor groeit de woordenschat van kinderen ongemerkt mee. Wij raden wel aan om als volwassene af en toe stil te staan bij onbekende woorden en die samen te bespreken, zo haal je nog meer uit het boek.
Praktische tips voor (voor)lezen van de boomhut-boeken
Na maanden testen en veel avonden voorlezen, delen wij graag een paar praktische tips:
- Lees samen: Vooral bij jonge of minder ervaren lezers werkt samen lezen het beste. Wissel hoofdstukken af, bekijk samen de plaatjes en stel vragen als “Wat zou jij doen?” of “Welke verdieping vind je het leukst?”
- Gebruik het boek als inspiratie: Laat kinderen hun eigen droomboomhut tekenen of beschrijven. Dit stimuleert creativiteit en betrokkenheid.
- Neem de tijd: Probeer niet te snel door het boek heen te gaan. Er is zoveel te zien en te ontdekken dat het zonde is om te haasten.
- Let op het kerstthema: Dit deel speelt zich af rond kerstmis. Voorlezen in december is extra leuk, maar het boek kan eigenlijk altijd gelezen worden – bereid je alleen voor op vragen over kersttradities.
- Vermijd te jonge lezers alleen laten lezen: Sommige grappen en scènes zijn het leukst als je ze samen beleeft en bespreekt.
Wat ons opviel, is dat de boomhut-boeken ook goed werken als cadeau. Zeker rond sinterklaas of kerst, maar ook als verjaardagscadeau scoor je er vrijwel altijd mee.
Waar moet je op letten bij het kopen van “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen”?
Wij kregen de vraag vaak: moet je de eerdere delen gelezen hebben om dit boek te begrijpen? Ons antwoord is: nee, maar het helpt wel. Elk boek is op zichzelf leesbaar, maar sommige terugkerende grapjes en personages zijn leuker als je de voorgeschiedenis kent. Wij raden aan om minstens één eerder deel te lezen, vooral als je kind echt enthousiast is.
Let bij het kopen op de volgende zaken:
- Uitvoering: Het boek is verkrijgbaar als hardcover, paperback en e-book. De hardcover is het stevigst en gaat bij intensief gebruik het langst mee, zeker bij jonge kinderen. Voorlezen vanaf een tablet werkt, maar mist het gevoel van bladeren en samen plaatjes kijken.
- Illustraties: Koop bij voorkeur de Nederlandse editie met de originele tekeningen van Terry Denton. Er zijn ook luisterboeken, maar die missen de rijke prenten.
- Prijs: De prijs schommelt rond de €16-€18 voor een hardcover. Online zijn er regelmatig aanbiedingen, vooral rond feestdagen.
- Beschikbaarheid: Soms zijn de boeken tijdelijk uitverkocht, vooral vlak na verschijning. Wij hebben gemerkt dat lokale boekhandels het boek vaak sneller binnen hebben dan grote webwinkels.
- Leeftijdsindicatie: De uitgever geeft aan: vanaf 7 jaar. Onze ervaring is dat het boek het beste werkt vanaf ongeveer groep 4/5, maar jongere kinderen vinden het samen lezen ook leuk.
Let op: soms zie je online “deel 156” of “deel 13” door elkaar heen genoemd. Dit deel heet officieel “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen”, en is het twaalfde boek in de serie – dat kan verwarrend zijn als je de hele serie wilt verzamelen. Vraag bij twijfel altijd even na bij de verkoper.
Wat zijn de nadelen of minder sterke punten?
Geen enkel boek is perfect, en eerlijk gezegd vonden wij ook een paar minpunten aan deze editie. Allereerst: het kerstthema is leuk, maar maakt het boek iets minder “tijdloos” dan eerdere delen. Voor gezinnen die juist in de zomer willen lezen, kan dat even wennen zijn.
Daarnaast merkten wij dat het tempo soms erg hoog ligt. Sommige scènes volgen elkaar zo snel op, dat jongere lezers het overzicht kunnen verliezen. Wij raden aan om af en toe te pauzeren en samen te bespreken wat er nu eigenlijk gebeurd is.
Een ander punt is dat sommige grapjes vooral leuk zijn als je de eerdere delen kent. Nieuwe lezers kunnen daardoor een paar inside jokes missen – dat is jammer, maar geen ramp.
Tot slot: na twaalf delen beginnen sommige vondsten voorspelbaar te worden. Wij merkten dat onze oudste dochter de eerste delen verrassender vond. Toch blijft de serie fris door de originele illustraties en de steeds wisselende thema’s.
Hoe verhoudt dit deel zich tot andere populaire kinderboeken?
Wij worden geregeld gevraagd: “Is de boomhut-serie net zo leuk als bijvoorbeeld “Het leven van een loser” of “Dagboek van een muts”?” In onze ervaring zijn dat heel verschillende boeken. Waar “Het leven van een loser” en “Dagboek van een muts” zich meer richten op het dagelijks leven en herkenbare problemen, is de boomhut-serie veel fantasierijker en absurder. Kinderen die houden van slapstick, gekke uitvindingen en eindeloze nieuwe verrassingen, zullen bij de boomhut het meeste plezier beleven.
Wat de boomhut onderscheidt, is de enorme rol voor de illustraties. Bij weinig andere series zijn de tekeningen zó belangrijk voor het verhaal. Daardoor zijn de boeken ook geschikt voor kinderen die nog niet alle woorden kunnen lezen, maar wel graag bladeren en kijken.
Toch zijn er ook overeenkomsten: alle genoemde series spreken kinderen aan door humor, herkenbare situaties en een vlotte stijl. Wij merken dat kinderen vaak van de ene serie naar de andere overstappen, afhankelijk van hun leeftijd en interesse.
Wil je een kind aan het lezen krijgen dat niet van “gewone” boeken houdt? Dan is “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” een uitstekende keuze, zeker als alternatief voor de meer traditionele dagboekreeksen.
Wat maakt Andy Griffiths en Terry Denton zo’n goed team?
Na het lezen van meerdere boomhut-boeken vroegen wij ons af: hoe komt het dat juist deze samenwerking zo succesvol is? Andy Griffiths is als schrijver scherp, grappig en weet precies welke toon hij moet aanslaan om kinderen te boeien. Terry Denton vult hem aan met tekeningen die niet alleen illustreren, maar het verhaal echt vertellen. Hun samenwerking loopt al jaren en is meermaals bekroond, onder andere met prijzen voor beste kinderboek en publieksprijzen.
Wat wij bewonderen, is dat ze zichzelf niet te serieus nemen. Ze zijn niet bang om te experimenteren en zetten zichzelf als personages neer, compleet met alle zwaktes en gekkigheden. Dit maakt de boeken persoonlijk en speels. Kinderen voelen dat de makers plezier hebben gehad tijdens het maken – en dat werkt aanstekelijk.
Bovendien zijn de boeken toegankelijk voor een breed publiek: jongens én meisjes, snelle en trage lezers, beginnende en gevorderde lezers. Dat is een knappe prestatie in een boekenwereld waarin veel titels vooral op één doelgroep mikken.
Veelgestelde vragen
Moet je de eerdere delen gelezen hebben?
Volgens onze ervaring is dat niet strikt nodig. Elk deel is op zichzelf te lezen, maar sommige grappen en personages zijn leuker als je minimaal één eerder boek hebt gelezen. Voor een optimale leeservaring raden wij aan om bij het begin te starten, maar het is geen must.
Is het boek geschikt voor kinderen met dyslexie?
Ja, zeker. De korte hoofdstukken, veel illustraties en ruime bladspiegel maken het boek toegankelijk voor kinderen met leesproblemen. Onze ervaring is dat kinderen met dyslexie het boek graag samen lezen of luisteren.
Is er ook een luisterboek beschikbaar?
Ja, van de meeste boomhut-boeken zijn luisterboeken te vinden, vaak ingesproken met veel plezier en humor. Houd er wel rekening mee dat je dan de tekeningen mist, die juist zo’n grote rol spelen in het verhaal. Wij raden aan om de luisterversie te combineren met het fysieke boek.
Wat is de beste leeftijd om te starten met deze serie?
Vanaf 7 jaar is ideaal, al kun je samen al eerder beginnen. De humor, het taalgebruik en de lengte van de hoofdstukken zijn goed afgestemd op kinderen in de middenbouw van de basisschool (groep 4/5).
Kan het boek als cadeau gegeven worden?
Absoluut. Wij hebben het zelf regelmatig cadeau gedaan bij verjaardagen en Sinterklaas en het valt altijd in de smaak, bij zowel jongens als meisjes. Vooral de hardcover editie is stevig en mooi vormgegeven.
Hoeveel delen zijn er in totaal?
“De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” is het twaalfde deel in de reeks. Elk deel voegt dertien verdiepingen toe aan de boomhut. De boeken zijn los te lezen, maar samen vormen ze een uniek geheel.
Conclusie: is “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” de moeite waard?
Na weken lezen, voorlezen en vergelijken kunnen wij volmondig zeggen: “De waanzinnige boomhut van 156 verdiepingen” is een absolute aanrader voor gezinnen met kinderen tussen de 7 en 12 jaar. Het boek combineert humor, fantasie en creativiteit op een manier die je zelden tegenkomt. De illustraties zijn opnieuw een feest en nodigen uit tot samen lezen en ontdekken. Natuurlijk zijn er ook nadelen, zoals het nadrukkelijke kerstthema en het soms hoge tempo, maar die vallen in het niet bij het leesplezier dat het boek oplevert.
Wat ons betreft is het boek vooral geschikt voor kinderen die niet van “gewone” boeken houden, maar wel houden van avontuur, gekke uitvindingen en eindeloze fantasie. Ook voor ouders, opa’s en oma’s is het een feest om (voor) te lezen. Wil je meer weten over eerdere delen of alternatieven binnen hetzelfde genre? Bekijk dan gerust onze vergelijking met andere populaire kinderboeken of lees meer over de andere avonturen van Andy Griffiths en Terry Denton. Zo haal je het meeste uit het leesplezier van jouw (klein)kind!