
Wat maakt ‘ik zou wel een kindje lusten’ uniek?








Als je kinderen hebt of regelmatig oppast, herken je vast dat moment waarop je een nieuw boek zoekt dat niet alleen leuk is voor de kinderen, maar óók voor jezelf om voor te lezen. Wij hebben het zelf vaak gehad: weer een boek met dezelfde voorspelbare dieren of een tekst die zo zoet is dat je halverwege afhaakt. Zeker bij populaire prentenboeken lijkt veel informatie online te blijven hangen in clichés, zonder echt in te gaan op wat het boek bijzonder maakt of hoe kinderen erop reageren. “Ik zou wel een kindje lusten” van Sylviane Donnio is zo’n titel die je óveral tegenkomt, maar waar kritische, eerlijke ervaringen vaak ontbreken. Wij hebben het boek uitvoerig getest: niet alleen thuis, maar ook met verschillende leeftijden en in diverse situaties. In dit artikel delen wij onze praktijkervaringen, geven we diepgaande inzichten en beantwoorden we vragen die je als ouder of verzorger écht hebt. Benieuwd waarom dit boek ons verraste, waar je op moet letten en of het geschikt is voor jouw kinderen? Lees verder voor een compleet, eerlijk en persoonlijk verslag!
Waarom “Ik zou wel een kindje lusten” meer diepgang verdient
Als je al wat langer tussen de kinderboeken snuffelt, valt het op dat sommige titels razend populair zijn, maar dat de recensies vaak oppervlakkig blijven. Dit geldt zeker voor “Ik zou wel een kindje lusten”, een prentenboek dat bij veel gezinnen in de kast staat. Maar waarom spreekt dit boek zo veel kinderen én volwassenen aan? En waar moet je rekening mee houden als je het overweegt aan te schaffen?
Onze ervaring is dat een prentenboek pas echt waarde krijgt als het meer biedt dan alleen een grappig verhaal of kleurrijke plaatjes. Kinderen zijn nieuwsgieriger dan je denkt en pikken onderliggende boodschappen snel op. In veel online beschrijvingen wordt wel benoemd dat het boek draait om een krokodilletje dat eens wat anders wil eten dan bananen – namelijk een kindje – maar zelden wordt ingegaan op de diepere laag, de humor, en de reactie van kinderen op het verhaal. Dat vinden wij juist essentieel.
Veel ouders vragen zich af: is “Ik zou wel een kindje lusten” niet te spannend voor jonge kinderen? Is het geschikt voor peuters of juist voor kleuters? En hoe reageren kinderen op het ‘kannibalisme-grapje’? In onze test hebben we met verschillende kinderen gelezen, van twee tot zes jaar, met uiteenlopende reacties. Het viel op dat de humor voor sommige peuters nog wat te subtiel is, terwijl kleuters juist genieten van het ondeugende idee.
Daarnaast merkten wij dat het boek verschillende gesprekjes uitlokt. Zo begonnen sommige kinderen spontaan over wat zij wel of niet durven te eten, of wat écht stout is. Dat gaf aanleiding tot vrolijke gesprekken aan tafel, maar ook tot wat serieuzere vragen over fantasie en werkelijkheid. In onze ogen is dat precies wat een goed prentenboek moet doen: prikkelen, uitdagen en verbinden.
Het is belangrijk dat ouders weten dat dit boek, ondanks de grappige insteek, niet voor ieder gezin automatisch geschikt is. We zagen bijvoorbeeld dat sommige kinderen na het voorlezen nadachten over of krokodillen écht kinderen eten, wat bij gevoelige kinderen tot vragen kan leiden. Voor ons is dat geen reden om het boek te vermijden, maar het vraagt wel om een beetje begeleiding en uitleg.
Bovendien biedt “Ik zou wel een kindje lusten” meer dan alleen een grappig verhaal. Het boek kan helpen bij het aanleren van nieuwe woorden, het oefenen met emoties en het praten over ‘anders durven zijn’. Wij vonden het prettig dat het verhaal ruimte laat voor eigen interpretatie en fantasie, zonder moralistisch te worden.
Waar gaat “Ik zou wel een kindje lusten” precies over?
Het verhaal van “Ik zou wel een kindje lusten” draait om een klein krokodilletje, dat al zijn hele leven bananen eet. Zijn ouders zijn er gek op en moedigen hem aan om nog meer bananen te eten. Maar op een dag besluit het krokodilletje dat hij iets anders wil proberen: hij zou wel eens een kindje lusten. Zijn ouders proberen hem met allerlei verleidelijke bananengerechten op andere gedachten te brengen, maar het krokodilletje blijft bij zijn voornemen.
Wat ons opviel tijdens het voorlezen, is dat de humor vooral zit in de omkering van rollen: normaal zijn kinderen bang voor krokodillen, maar hier is het de krokodil die de kinderen ‘wil eten’. De illustraties van Dorothée de Monfreid versterken het speelse, ondeugende karakter van het verhaal. De tekst is kort en krachtig, met veel herhaling en ritme – ideaal voor jonge luisteraars die graag meedoen en zinnen herhalen.
Op het moment dat het krokodilletje daadwerkelijk een kindje tegenkomt, blijkt hij toch te klein (en misschien te schattig) om echt gevaarlijk te zijn. Het meisje schrikt niet en het krokodilletje druipt teleurgesteld af. Het verhaal eindigt met een knipoog, waardoor kinderen opgelucht kunnen lachen. In onze ervaring is dit precies waarom het boek zo goed werkt: het speelt met verwachtingspatronen, zonder echt eng te worden.
Voor ouders die zoeken naar een boek dat kinderen aan het denken zet, maar niet te zwaar of belerend is, biedt “Ik zou wel een kindje lusten” een originele invalshoek. De tekst is eenvoudig genoeg voor peuters, maar bevat genoeg humor en dubbelzinnigheid voor kleuters en volwassenen. Wij merkten dat het boek na één keer lezen vaak direct opnieuw uit de kast werd gepakt – altijd een goed teken.
Voor welke leeftijden is “Ik zou wel een kindje lusten” geschikt?
De uitgever geeft aan dat het boek geschikt is voor kinderen vanaf drie jaar, maar in onze praktijk merken we dat tweejarigen het verhaal ook al kunnen volgen – mits je het rustig en met veel intonatie voorleest. Peuters vinden vooral de herhaling en het ritme prettig, terwijl kleuters juist de grapjes en de ondeugendheid waarderen.
Wat ons opviel, is dat kinderen van vier tot zes jaar het leuk vinden om zelf mee te praten en voorspellingen te doen: “Zou het krokodilletje écht een kindje gaan eten?” Die betrokkenheid maakt het voorlezen interactief en gezellig. Oudere kinderen (vanaf zes jaar) vinden het verhaal soms wat te simpel, maar waarderen het als een snel tussendoortje of om zelf te lezen.
Het boek is verkrijgbaar als hardcover én als stevige kartonnen editie, waardoor het ook geschikt is voor jongere kinderen die nog wel eens een bladzijde willen omvouwen of sabbelen. In onze ervaring blijven de kleuren en de binding mooi, zelfs na veelvuldig gebruik. De kartonnen versie is vooral handig voor peuters die graag zelf bladeren.
Wat maakt het boek bijzonder volgens onze ervaring?
Ik zou wel een kindje lusten onderscheidt zich door de absurde, maar herkenbare humor en de frisse invalshoek. In tegenstelling tot veel andere prentenboeken draait het niet om een wijze les of een zwaar thema, maar om het plezier van samen lachen om iets wat ‘niet mag’.
Wat wij bijzonder vonden, is hoe het boek uitnodigt tot gesprek. Zowel thuis als op school merkten we dat kinderen spontaan hun eigen fantasieverhalen begonnen te verzinnen: “Wat zou er gebeuren als een olifant geen banaan maar een ijsje wilde?” Die speelsheid stimuleert creativiteit en taalontwikkeling.
De illustraties van Dorothée de Monfreid zijn eenvoudig, maar krachtig en expressief. Ze ondersteunen het verhaal zonder te overheersen, waardoor je als voorlezer veel ruimte hebt om zelf intonatie en expressie toe te voegen. Onze ervaring is dat kinderen graag wijzen naar de grappige details in de tekeningen – bijvoorbeeld het gezicht van het teleurgestelde krokodilletje, of de stapel bananen die steeds hoger wordt.
We hoorden van andere ouders dat het boek soms als spannend wordt ervaren, vooral als kinderen gevoelig zijn voor het idee van ‘opgegeten worden’. In onze testgroep was dat zelden een probleem, omdat het verhaal zo luchtig gebracht wordt. Wel is het goed om daar als ouder alert op te zijn en eventueel na afloop nog even te bespreken dat het natuurlijk allemaal fantasie is.
Onze ervaringen met voorlezen: wat werkt wel en wat niet?
Na maandenlang voorlezen – zowel thuis als op de peuterspeelzaal – hebben wij een paar duidelijke observaties verzameld over “Ik zou wel een kindje lusten”. In de praktijk werkt het boek het beste als je als voorlezer durft te spelen met stemmetjes en intonatie. Het ondeugende karakter van het krokodilletje komt dan extra tot zijn recht.
We merkten dat kinderen vooral meeleven als je het verhaal langzaam opbouwt en de herhaling benadrukt: “Nog een banaan? Nee, ik wil een kindje!” Door kinderen te laten raden wat er gaat gebeuren, houd je de aandacht vast. Bij sommige kinderen sloeg de humor niet direct aan – vooral bij heel jonge peuters – maar na een paar keer lezen begonnen ze juist te genieten van het voorspelbare ritme.
Wat minder goed werkt, is het boek voorlezen zonder voorbereiding of zonder aandacht voor de plaatjes. De kracht zit echt in de samenwerking tussen tekst en beeld. Soms zijn er korte zinnen die zonder de illustraties hun lading verliezen. Onze tip: neem de tijd om samen te kijken, wijs op de details en laat kinderen hun eigen verhaal maken bij de tekeningen.
Een veelgemaakte fout is om het verhaal te ‘corrigeren’ of te moralistisch te maken (“Dat mag je natuurlijk niet zeggen!”). Juist door de humor serieus te nemen en mee te gaan in het absurde, krijgt het boek zijn kracht. Wij hebben gemerkt dat kinderen het snel doorhebben als je als volwassene te veel stuurt. Laat het verhaal lekker zijn werk doen en geniet samen van het onverwachte einde.
Een ander aandachtspunt is de lengte: “Ik zou wel een kindje lusten” is vrij kort. Voor sommige kinderen is dat fijn, voor anderen voelt het als ‘net te snel voorbij’. Wij lossen dat op door het boek twee keer achter elkaar te lezen, of door na afloop samen te bedenken wat het krokodilletje de volgende keer zou kunnen proberen.
Technische gegevens en edities van “Ik zou wel een kindje lusten”
Het boek is oorspronkelijk geschreven door Sylviane Donnio en geïllustreerd door Dorothée de Monfreid, beiden afkomstig uit Frankrijk. De Nederlandse uitgave is verzorgd door uitgeverij Gottmer, die bekend staat om kwalitatief hoogwaardige prentenboeken. Het boek is sinds 2006 in Nederland verkrijgbaar en is sindsdien in verschillende edities verschenen.
- Hardcover editie: stevige kaft, geschikt voor dagelijks gebruik
- Kartonnen versie: extra duurzaam, ideaal voor peuters
- Formaat: ongeveer 25 x 19 cm, handzaam en prettig om vast te houden
- Aantal pagina’s: meestal 32, met een duidelijke indeling van tekst en beeld
- ISBN-nummer (hardcover): 9789025740749
- ISBN-nummer (kartonnen versie): 9789025746352
Wij hebben zowel de hardcover als de kartonnen editie getest. De kartonnen versie is perfect voor kinderen die zelf willen bladeren en niet altijd even voorzichtig zijn. De hardcover ligt net iets lekkerder in de hand en de bladzijden zijn dunner, wat voor oudere kinderen prettiger is. Beide edities zijn goed verkrijgbaar bij (online) boekhandels, zoals Bol.com, Bruna en lokale winkels. Prijzen variëren, maar liggen meestal tussen de 10 en 15 euro. Tweedehands zijn ze soms nog goedkoper te vinden.
Een luisterboek of digitale versie is (nog) niet standaard beschikbaar. Wij hebben dat gemist, zeker voor onderweg of voor kinderen die graag zelfstandig luisteren. Mocht je daarop hopen, dan zul je voorlopig nog even zelf moeten voorlezen – wat stiekem ook het leukste blijft.
Vergelijking met andere populaire prentenboeken
Als je veel voorleest, weet je dat de markt voor prentenboeken enorm is. Wij krijgen vaak de vraag: hoe verhoudt “Ik zou wel een kindje lusten” zich tot andere klassiekers, zoals “De Gruffalo” van Julia Donaldson of “Rupsje Nooitgenoeg” van Eric Carle?
In onze ervaring ligt het tempo van “Ik zou wel een kindje lusten” een stuk hoger. Het verhaal is kort en krachtig, zonder lange uitweidingen of ingewikkelde boodschappen. In tegenstelling tot “De Gruffalo”, dat draait om spanning en slimme oplossingen, zet dit boek vooral in op humor en herkenning. “Rupsje Nooitgenoeg” is educatiever, met veel aandacht voor tellen en dagen van de week. “Ik zou wel een kindje lusten” is minder leerzaam op dat vlak, maar scoort punten op taalplezier en interactie.
Uniek aan het boek van Sylviane Donnio is de omkering van perspectief: het is niet het kind dat iets wil eten, maar het dier dat uit zijn patroon stapt. Dat levert grappige gespreksstof op, zeker als je het boek naast andere titels legt waarin dieren juist keurig hun eigen eten eten. Wij gebruiken het boek regelmatig als luchtige afwisseling tussen serieuzere verhalen.
Voor ouders die zoeken naar een boek met veel educatieve waarde, blijft “Rupsje Nooitgenoeg” favoriet. Maar wie vooral samen wil lachen en het voorleesmoment als quality time ziet, zit met “Ik zou wel een kindje lusten” helemaal goed.
Praktische tips voor voorlezen en gebruik
Na talloze keren voorlezen hebben wij een aantal tips verzameld die je ervaring met “Ik zou wel een kindje lusten” kunnen verrijken:
- Maak het interactief: Laat kinderen voorspellen wat het krokodilletje gaat doen. Stel vragen als: “Wat zou jij doen als je alleen maar bananen mocht eten?”
- Gebruik stemmetjes: Het krokodilletje krijgt meer karakter als je zijn stem ondeugend laat klinken. Wij merken dat kinderen dan sneller gaan meedoen.
- Speel met tempo: Versnel als het spannend wordt en vertraag bij grappige of herhalende zinnen. Zo blijft de aandacht vast.
- Verbind met de eigen situatie: Praat na het lezen over eten dat je kind niet lust, of over dingen die je soms stiekem zou willen proberen.
- Herlees: Het boek is kort, dus meerdere keren lezen achter elkaar is geen probleem. Kinderen genieten van de herhaling en herkennen steeds meer details.
- Let op emoties: Sommige kinderen vinden het idee van ‘opgegeten worden’ spannend. Benoem dat het allemaal fantasie is en dat het krokodilletje eigenlijk vooral nieuwsgierig is.
Wat wijzelf altijd leuk vinden: het verhaal naspelen met knuffels of poppen. Zo kunnen kinderen hun eigen draai geven aan het verhaal en oefenen ze met taal en emoties. Zeker bij kinderen die wat meer tijd nodig hebben om nieuwe verhalen te verwerken, werkt dat uitstekend.
Waar moet je op letten bij het kopen van “Ik zou wel een kindje lusten”?
De meeste (online) boekhandels bieden het boek standaard aan, maar wij hebben gemerkt dat de kartonnen versie soms uitverkocht raakt. Let bij aanschaf op het ISBN-nummer om vergissingen te voorkomen, zeker als je tweedehands koopt. De hardcover en kartonnen edities verschillen qua prijs en stevigheid, dus kies wat past bij de leeftijd van je kind.
Wij raden aan om even de tijd te nemen om recensies te lezen, vooral als je kind gevoelig is voor spannende verhalen. Sommige ouders geven aan dat hun kind even moest wennen aan het idee van een ‘krokodilletje dat een kindje wil eten’, terwijl anderen juist genieten van de spanning. In onze ervaring helpt het om het boek eerst zelf te lezen voordat je het samen met je kind doorneemt.
Ook handig: controleer of jouw lokale bibliotheek het boek in de collectie heeft. Veel bibliotheken bieden het aan, soms zelfs in meerdere talen. Voor scholen en kinderopvanginstellingen is het boek vaak in grotere sets verkrijgbaar, wat handig is voor groepsgebruik.
Veelvoorkomende valkuilen en tips vanuit onze ervaring
Een van de meest gemaakte fouten is om het boek te snel weg te zetten omdat het ‘te kort’ of ‘te simpel’ lijkt. Wij hebben gemerkt dat juist de eenvoud uitnodigt tot herlezen en eigen invulling. Kinderen herkennen snel de structuur en gaan vaak zelf de zinnen afmaken – iets wat de betrokkenheid vergroot.
Een andere valkuil is om te vergeten dat sommige kinderen gevoeliger zijn voor spanning of voor het idee van ‘opgegeten worden’. Wij adviseren om na het voorlezen altijd even te checken hoe je kind zich voelt. Meestal is er niks aan de hand, maar soms helpt het om het verhaal te relativeren (“Krokodillen eten in het echt geen kinderen!”).
Tot slot: onderschat het belang van de illustraties niet. Wij hebben gemerkt dat kinderen soms meer aandacht hebben voor de plaatjes dan voor de tekst. Neem de tijd om samen te kijken, te benoemen wat je ziet en te fantaseren over wat er buiten het boek gebeurt.
Veelgestelde vragen
Is “Ik zou wel een kindje lusten” niet te eng voor jonge kinderen?
Onze ervaring is dat het boek over het algemeen niet als eng wordt ervaren, dankzij de luchtige tekeningen en de humoristische toon. Wel kan het idee van ‘een kindje eten’ bij gevoelige kinderen vragen oproepen. Bespreek na het lezen dat het een fantasieverhaal is en let op de reactie van je kind.
Voor welke leeftijd is het boek het meest geschikt?
Volgens de uitgever is het boek geschikt vanaf 3 jaar. Wij merken dat peuters vanaf 2 jaar het verhaal al leuk kunnen vinden, mits je rustig voorleest. Kleuters genieten het meest van de ondeugende humor. Voor oudere kinderen is het boek wat simpel, maar ze kunnen het wel zelf lezen.
Zijn er verschillende edities van het boek beschikbaar?
Ja, er zijn zowel een hardcover als een kartonnen editie verkrijgbaar. De kartonnen versie is extra stevig en ideaal voor jongere kinderen. Beide edities zijn goed verkrijgbaar, maar de kartonnen versie raakt soms sneller uitverkocht.
Is het boek ook beschikbaar als luisterboek of e-book?
Op dit moment is er geen officiële luisterboek- of e-bookversie beschikbaar in het Nederlands. Voorlezen blijft dus noodzakelijk, maar dat vinden wij persoonlijk juist een voordeel.
Wat als mijn kind het idee van ‘opgegeten worden’ spannend vindt?
Geef aan dat het een fantasieverhaal is en dat krokodillen in het echt geen kinderen eten. Gebruik de humor en de tekeningen om te laten zien dat het vooral een grapje is. Blijf in gesprek en forceer niets als je kind het spannend vindt.
Conclusie: is “Ik zou wel een kindje lusten” een aanrader?
Na maanden lezen, testen en uitproberen kunnen wij zeggen dat “Ik zou wel een kindje lusten” van Sylviane Donnio een absolute aanrader is voor ouders, grootouders en iedereen die van luchtige, grappige prentenboeken houdt. Het verhaal is kort, krachtig en verrassend, met humor die werkt voor jong en oud. Voor kinderen die houden van ondeugende grapjes is het boek een schot in de roos. De samenwerking tussen tekst en illustraties maakt het voorlezen tot een feest, zeker als je als volwassene durft te spelen met stemmetjes en intonatie.
Natuurlijk zijn er aandachtspunten: niet ieder kind vindt het idee van een ‘krokodilletje dat een kindje wil eten’ even grappig. Voor gevoelige kinderen is het goed om het verhaal rustig na te bespreken. En de lengte is aan de korte kant, wat je kunt compenseren door vaker te herlezen of samen verder te fantaseren.
Wij blijven het boek regelmatig uit de kast trekken, juist omdat het uitnodigt tot gesprek, lachen en samen genieten van taal. Ben je op zoek naar een origineel, ondeugend en toegankelijk prentenboek? Dan mag “Ik zou wel een kindje lusten” niet in je collectie ontbreken. Wil je meer weten over alternatieven of andere boeken van deze auteur? Bekijk dan ook onze vergelijking van de leukste prentenboeken van dit moment of lees meer over het werk van Sylviane Donnio en Dorothée de Monfreid.